Duurzaamheid is een thema dat vandaag de dag niet langer genegeerd kan worden. De manier waarop duurzaamheid tegenwoordig vaak wordt aangepakt is echter weinig holistisch, en vooral technologie gedreven. Het is niet zo dat technologie geen deel van de oplossing is, in tegendeel! Het toepassen van duurzame technieken moet echter niet een doel op zich worden, maar juist een middel in het grotere geheel van een holistische duurzame ontwerpstrategie. Biophilic design is voor mij die strategie.
De mens is over miljoenen jaren geëvolueerd in een grotendeels natuurlijke omgeving. In dat evolutieproces is ons hele fysiologische systeem ook volledig op die natuur afgestemd, met als gevolg dat we ons gewoonweg beter en gezonder voelen in een natuurlijke omgeving. Ook vandaag de dag, nu we veelal in stedelijke omgevingen leven, zie je de drang van mensen om de natuur op te zoeken: op een zonnige dag zoeken we met zijn allen het park of het strand op; en wie wil er nou niet langs het water wonen? Die drang noemen we ook wel biophilia; en dat gedrag is niet alleen maar een voorkeur, het in de natuur zijn is ook essentieel voor onze emotionele én fysieke gezondheid.
Het uitgangspunt van biophilic design is dat we de natuurlijke omgeving mee moeten nemen als integraal onderdeel in het ontwerp van onze bebouwde omgeving. Dat kan letterlijk, door parken en groen in onze omgeving op te nemen; het kan door gebruik te maken van natuurlijke (biobased) materialen; en het kan symbolisch, door gebruik te maken van natuurlijke vormen of andere op de natuur geïnspireerde elementen die bijdragen aan onze beleving. Door op deze manier te ontwerpen, creëren we een omgeving die bijdraagt aan ons menselijk welzijn, maar óók aan de gezondheid van de natuurlijke ecosystemen in onze omgeving.
Biophilic design is een holistische aanpak, wat wil zeggen dat het idealiter als geheel moet worden bekeken in een project. Daarbij gaat het om alle aspecten van een ontwerp, waaronder architectuur, interieur, landschap, en dus ook verlichting.
Als we licht vanuit evolutionair perspectief bekijken, dan gaat het over natuurlijk licht: zonlicht, maanlicht, sterren, vuur, en bovenal het ritme van dag en nacht. De natuurlijke omgeving is gedurende miljoenen jaren evolutie constant in verandering geweest – tempartuur schommelingen en klimaat veranderingen (ijstijden), grote verschillen in zeewaterniveaus, een komen en gaan van diersoorten, geologische activiteiten en verschuivingen – de evolutie heeft met alle veranderingen mee moeten bewegen. Alleen het ritme van dag en nacht is in al die millennia een constante geweest, en dit is dan ook door de evolutie heen diep verankerd geraakt in de biologie van al het leven op aarde. Elk levend wezen is op zijn eigen manier afhankelijk van het dag/nacht ritme.
Dus als we het over biophilic lichtontwerp hebben, dan gaat het in de kern over dag en nacht. In onze huidige maatschappij gebruiken we artificiële verlichting zonder daar ook maar een moment bij stil te staan. Met de grote hoeveelheid verlichting in de nacht verstoren we voor het eerst in miljoenen jaren, op grote schaal, het fundamentele ritme van dag en nacht – ook wel omschreven als lichtvervuiling. Er is dan ook steeds meer onderzoek dat aantoont dat dit grote impact heeft op de natuur in onze steden; en we moeten ons als mens ook afvragen wat voor invloed al dat licht eigenlijk heeft op onze eigen gezondheid.
Natuurlijk heeft artificiële verlichting ons ook veel gebracht. Zonder artificiële verlichting had de industriële revolutie niet zo’n vlucht kunnen nemen; had onze stedelijke infrastructuur nooit zo’n schaal kunnen aannemen; en had het nachtleven zoals we dat nu kennen nooit kunnen bestaan. Het heeft onze moderne maatschappij gevormd, en stoppen met artificiële verlichting is dus ook ondenkbaar. Maar dat we meer bewust moeten omspringen met hoe en wanneer we artificiële verlichting toepassen is wel evident.
Gelukkig staat de techniek niet stil en is er inmiddels heel veel mogelijk om slim met verlichting om te gaan. Moderne LED technologie is bijvoorbeeld in staat om de kwaliteit van zonlicht te benaderen op een manier die 10 jaar geleden nog ondenkbaar was. En digitale aansturingstechnieken maken het bovendien mogelijk om de artificiële verlichting te laten reageren op de omgeving: de verlichting kan reageren op aanwezigheid van mensen via sensoren, en zelfs het detecteren van telefoons; het kan reageren op de hoeveelheid daglicht via daglicht sensoren; het kan geprogrammeerd worden om het ritme van zonlicht volgen in intensiteit en kleur; etc.
Het gaat er daarbij natuurlijk wel om dat die technieken worden toegepast op een doordachte manier. Door het vanuit biophilic perspectief te benaderen, kan een goed ontworpen lichtplan bij dragen aan een gezonde en prettige omgeving voor de mens, en kan de verstoring van het natuurlijke ritme geminimaliseerd worden. Hierbij is niet alleen een rol voor mij als ontwerper toebedeeld, maar is het ook van belang dat gebruikers en beheerders hun verantwoordelijkheid nemen: laat het licht niet onnodig aan staan (thuis, in een winkel, een kantoorpand, straatverlichting, dat geld overal); verlicht alleen waar, wanneer en hoeveel nodig is; en investeer in een doordacht ontwerp.
Naast slim omgaan met verlichting vanuit een functioneel oogpunt, is de natuur ook een enorme inspiratiebron voor een meer artistieke expressie van biophilia. Ik gebruik mijn persoonlijke beleving van licht in de natuur als inspiratie in mijn ontwerpen; dat kan subtiel, maar ook in meer expressieve vorm. In bijvoorbeeld mijn afstudeer project, en het daaruit volgende project voor de Hoge Veluwe, heb ik geëxperimenteerd met allerlei dynamische licht effecten geïnspireerd op de licht / schaduw patronen in de natuur. Hiernaast een aantal voorbeelden van mijn experimenten en hun natuurlijke inspiratie bronnen.
Biophilic design gaat niet alleen over welzijn en duurzaamheid, maar ook over mooie en bijzondere belevingen!